column

Een Nieuwe rubriek bij Pro Patria Sprang-Capelle: DE COLUMN

Het turnzaaltje

Toen m’n dochter net was geboren, mijmerde ik alvast over zonnige zondagmorgens langs de tennisbaan, omringd door een harem van smeuïge moeders. Terwijl de kleine met een venijnige backhand genadeloos toesloeg, koesterde ik vervuld van trots de warmte van het vrouwelijk schoon, tikkeltje kak, maat toch lekker. Hoe anders is de realiteit, zeven jaar later. Niks aangenaam knisperend gravel, niks voorjaarszonnetje, niks frisse buitenlucht, niks prettig pilsje in de altijd gezellige tennisclubkantines. Daar sta je dan als vader op een veel te vroege zaterdagmorgen in een veel te klein sportzaaltje. Buiten schijnt de zon, binnen meurt het naar zweetvoeten. De spruit heeft (tegen alle wijze adviezen in) haar sportkeus gemaakt: turnen.

Verspreid door het minizaaltje staan huiveringwekkende martelwerktuigen, die volgens het turnjargon ‘toestellen’ heten en waarop meer dan honderd minimeisjes worden geacht wedstrijdje te doen. De ruimte die overblijft, een oppervlakte van naar schatting vier tegen ekaar geplakte postzegels, is voor de toeschouwers. Nu kun je er gevoeglijk van uitgaan dat meer dan honderd minimeisjes die wedstrijdje doen, worden gevolgd door een veelvoud aan moeders, oma’s, vaders (sukkels) en tantes, maar die biologische logica is kennelijk nog niet tot de turnfamilie doorgedrongen. Mevrouw Dijkstra en ik zijn tamelijk vroeg en hebben samen dus twee stoeltjes, die een half uur voor aanvang nog riant uitzicht bieden op de toestellen en een kwartier later op de ruggen van geïrriteerd tegen elkaar aan schurkende staande lotgenoten. Er zit dus niets anders op dan de stoeltjes te beklimmen, hetgeen met een bewegingsruimte van acht vierkante centimeter op zich al een turnoefening is.

Toestel één is meteen de meest gruwelijke: de evenwichtsbalk. Welke sadist heeft dat ding ontworpen? Een beetje voet past er nauwelijks op en dan word je ook nog geacht om op dat knalharde hout sprongetjes, spagaten en koprollen te maken. Achter toestel drie, de trampoline, ligt godlof een dik kussen, waarop de minimeisjes rugwaarts moeten landen. Er is mij toch echt altijd voorgehouden dat een mens het best op zijn voeten kan neerkomen. Vreemd dus en dat vindt de kleine Dijkstra kennelijk ook, gelet op het feit dat ze met haar buik op het kussen ploft. Desondanks is het puntentotaal van de debutante volgens de buitengewoon aardige clubvrijwilligers bevredigend. “Als je zo doorgaat, haal je misschien zelfs wel de finale en dan mogen de ouders weer komen kijken.” Jippie!

Bron: De Telegraaf, za 21 feb 2009
Geschreven door: Bert Dijkstra

Pro Patria daagt jou uit om een column te schrijven over turnen of gymen.
Als je een leuke column hebt gelezen mag je hem opsturen (met bronvermelding). Stuur hem in op info@kcgvpropatria.nl, dan plaatsen wij hem op de site.

NO COMMENTS

POST A COMMENT

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.